vrijdag 17 februari 2012

Held 12 Omer Loontjens_Expertise smeedkunst


Interview met Omer Loontjens, kunstsmid op rust, op woensdag 22 februari 2012 bij hem thuis in de Sint-Maria-Aalterstraat te Aalter
Omer Loontjens is van het jaar 1919 en is dus 93 jaar oud. Vandaag de dag is hij al lang op pensioen, maar twee keer per week stelt hij de smidse in Aalter nog open voor geïnteresseerden die dit ambacht willen leren en geeft hij zijn kennis door, samen met zijn zoon Antoine. Bij hem kunnen ze nog dingen leren die ze elders niet meer kunnen leren.
Omer zelf is beginnen smeden in 1936 toen hij 17 jaar oud was. Hij was toen in de leer bij smid Braeckeveldt uit Lotenhulle. Drie jaar heeft hij daar gesmeden, elke dag 12 uur aan een stuk door, vooraleer hij in legerdienst moest. Hij heeft ook meegevochten tijdens WOII en is dus ook oud-strijder.
Na zijn legerdienst is hij zich gaan bijscholen en zelfs nog na zijn pensioen in 1980 is hij voor 4 jaar restauratie smeden gaan volgen in de Academie van Anderlecht. 





Vanaf 1948 is hij dan als leermeester van het ambacht smeedwerk in het verbeteringsgesticht in Ruiselede en nadien van Mol gaan werken. Die verbeteringsgestichten waren verbonden aan het Ministerie van Justitie en dienden om jonge delinquenten een ambacht aan te leren opdat ze opnieuw in de maatschappij terecht zouden kunnen. In Mol heeft hij van 1958 tot 1962 als leermeester gewerkt, het was zwaar werk, want van ´s morgens tot ´s avonds was hij met die jongeren in de weer – die vaak serieuze misdaden op hun kerfstok hadden – en toen was er nog niet zoveel extra psychologische ondersteuning als nu in de opvangtehuizen en -instellingen het geval is. Het eerste jaar deed hij deze verplaatsing naar Mol van maandagmorgen en terug op vrijdagavond met een lichte motorfiets. Zijn vrouw is na 1 jaar mee verhuisd richting Mol, en zijn 8 kinderen, 5 zonen en 3 meisjes, groeiden er ook op. Maar hij besloot na die 4 jaar toch terug te keren naar zijn geboortestreek, met de reden om eerst voor zijn eigen kinderen te zorgen en te helpen bij hun studies en hun weg te vinden op de arbeidsmarkt. 
Natuurlijk had hij al uitgekeken naar ander werk, dit was in begin jaren 60 heel wat gemakkelijker dan nu. In Gent was er een atelier aan de visserij die de uitrusting van de machinekamers van binnenschepen verzorgde. Daar vroeg men aan sollicitanten hoe de helling van een conus kon berekend worden? Daarop kon Omer direct juist antwoorden en hij werd meteen aanvaard. Al na een week besloot men daar een splinternieuwe draaibank van 7 meter tussen de centers te kopen om de aandrijfassen voor de scheepsschroef te kunnen draaien. Kort daarop studeerden al 2 van zijn zonen af uit de technische school Don Bosco en kregen ook daar hun eerste baan. Dan werd er ook nog een dochter geboren en was het gezin compleet met 9 kinderen.
Midden 1961 richtte hij  samen met een oud directeur van de gemeenteschool Kunstkring ALTRA op, die bestond uit smeden, een fotoclub en schilders. Later is daar dan ook de ceramiekbewerking bij aangesloten. Dit jaar met Aalter kermis zijn ze  al aan hun 50ste tentoonstelling toe.
 In de smidse van Omer zijn ook een 15 tal mensen een opleiding smeden komen volgen om dan in de ontwikkelingslanden hun kennis te gebruiken bij de plaatselijke bevolking en met succes. Daarnaast smeedde hij heel veel in opdracht, bijvoorbeeld voor de Gemeente Aalter: hekwerk, herstellingswerk aan het Kasteel van Poeke, de kiosk en doorgang naar het kerkplein van Aalter, de kerkhekkens van Poeke, Bellem enzovoort. 



Ook op 93jarige leeftijd is Omer nog heel actief, op maandag gaat hij gaan turnen, op dinsdag gaan dansen en op woensdag en donderdag werkt hij nog in de smidse, samen met zijn zoon Antoine. De smidse bevindt zich in de Boomgaardstraat en kan er nog zijn tot 2016, het zijn gebouwen van de gemeente, van een voormalige school, maar ze zullen na 2016 waarschijnlijk een andere bestemming krijgen.
Er wordt ondertussen door henzelf en door het gemeentebestuur van Aalter uitgekeken om een gepaste andere locatie te vinden. 




Omer is ook medeoprichter en nog steeds ondervoorzitter van de Smidsgilde die zelfs een internationale uitstraling heeft. Elk jaar midden september is er in Niel nog altijd een groot driedaags smedentreffen, waar smeden uit Nederland, Duitsland, Frankrijk en ook steeds meer uit Oost-Europa op afkomen. Dit jaar is er een extra tentoonstelling en demonstratie smeden in het provinciaal domein Bulskampveld te Beernem.
Van al zijn zoons is Antoine de enige zoon die dit vak nog beoefent, er is nog steeds belangstelling, maar niet zoveel meer bij jonge mensen. Ze komen van alsmaar verder om bij Omer nog de kneepjes van het vak te leren.
Het vak wordt er ook niet makkelijker op, het metaal wordt alsmaar sterker en helemaal anders van samenstelling. Er wordt veel meer koolstof aan toegevoegd, vroeger bedroeg de hardheid 30, nu is dat al 37.2 tot 48 wat het alsmaar moeilijker maakt om te lassen in het vuur (wellen).Vroeger sprak men van smeedijzer, maar nu heeft men het de naam smeedstaal. Ook het vinden van de juiste kolen, voor het smeden is een vettige soort nodig, wordt alsmaar moeilijker, vroeger waren de kolen afkomstig uit Limburg en Wallonië, nu moeten ze al uit Polen of Venezuela komen.




Interview: Jolien Verroeye

Geen opmerkingen:

Een reactie posten